Buiten fotograferen met een flitser;
Je zult denken; flitsen buiten, dat is toch niet nodig, er is genoeg licht. En dat klopt, het is niet nodig want er is voldoende licht.
Toch kan flitslicht buiten veel toevoegen aan een portret of actie foto.
-
Je model spat van de foto als je hem of haar perfect uitlicht en de omgeving wat donkerder uit laat komen.
-
Tegen de zon in kan je de schaduw kant oplichten.
-
Je kunt bij schemer een lagere ISO-waarde gebruiken.
-
Je kunt onafhankelijk van elkaar het licht van de achtergrond en de voorgrond regelen.
Er zijn ook wel nadelen;
De kleurtemperatuur van de flitser is 5600 kelvin en dit kan afwijken van het daglicht. Het gevolg is dat hetgeen door de flitser wordt belicht witter of zelfs blauwer kan worden dan datgeen waar het zonlicht op valt.
Dit is deels achteraf op te lossen door de foto in een fotoprogramma te bewerken, maar meestal lukt dit niet helemaal.
Het is mogelijk de flitser van een kleurengel te voorzien om zo op een gelijke waarde uit te komen als het daglicht op dat moment.
Daarnaast is flitslicht heel hard licht. Het gebruik van een soft box is daarom altijd aan te raden.
Als je buiten, dus met veel licht, gaat flitsen komt het probleem van de flitssynchronisatie om de hoek kijken. Bij de meeste camera’s is de snelste sluitertijd rond de 200 ste. Als je bij veel licht een foto maakt en een gemiddeld tot grote diafragma opening kiest wordt je sluitertijd veel sneller. Te snel voor normale flits fotografie. Hier zijn verschillende oplossingen voor. 1 Draai je diafragma verder dicht zodat de sluitertijd langzamer wordt. Je hebt nu wel een grote, te grote, scherpte diepte. 2 Zet je flitser in de Hi-Speed mode. De flitser geeft nu niet meer 1 korte flits maar een aantal korte flitsen achter elkaar alsof het 1 lange flits is, echter de flitser is nu veel minder krachtig en je zult dichter op je model moeten fotograferen. Bij of-camera flitsen heb je speciale trickers nodig die Hi-speed ondersteunen
1 Draai je diafragma verder dicht zodat de sluitertijd langzamer wordt. Je hebt nu wel een grote, te grote, scherpte diepte.
2 Zet je flitser in de Hi-Speed mode. De flitser geeft nu niet meer 1 korte flits maar een aantal korte flitsen achter elkaar alsof het 1 lange flits is, echter de flitser is nu veel minder krachtig en je zult dichter op je model moeten fotograferen. Bij of-camera flitsen heb je speciale trickers nodig die Hi-speed ondersteunen.
3 Je plaatst een ND filter op je lens. Dit filter tempert het licht zodat de diafragma open kan en je toch een langzame sluitertijd kan gebruiken.
Nadeel is dat je een krachtige flitser nodig hebt om het ND filter te compenseren. Automatisch scherpstellen is met een ND filter niet mogelijk. Ook actie foto’s worden niet mooi omdat de sluitertijd te langzaam is om de actie te bevriezen. In de studio is dit geen probleem omdat het daar donker is en de flitser de actie bevriest. Buiten doet het omgevingslicht gewoon mee waardoor er een vaag randje om je model ontstaat.
Na al deze theorie wordt het tijd om erop uit te gaan en een mooi plekje te zoeken.
Kies je ervoor om de zon het hoofdlicht te laten zijn, zet dan je lamp zo dat je de schaduw kant belicht.
Wil je dat je lamp het hoofdlicht is laat dan de zon van (schuin) achter het model komen.
Je hebt nu meer flitskracht nodig om de zon te overrulen. Is het bewolkt maakt het allemaal niet zoveel uit. Als je zacht licht wilt gebruik je een grote softbox, maar alleen te gebruiken als er geen of weinig wind staat. Anders zul je een kleinere softbox moeten gebruiken, of/en je statief moeten verzwaren.
Zet je licht zo dicht mogelijk bij het model maar wel uit beeld, anders moet je thuis veel shoppen.
Maak een foto in de AV stand, met een diafragma dat je mooi vind. Kijk naar de instellingen en neem die over, nadat je de camera in de M stand hebt gezet. Wil je de achtergrond donkerder, dan kies je nu voor een snellere sluitertijd, of nog beter een zp laag mogelijke ISO-waarde.
Komt je sluitertijd nu boven de maximale flitssynchronisatie tijd stel dan je flitser in op Hi-speed.
Je kunt ook je camera op Av laten staan en met de belichtings compesatie knop +/- de belichting van de achtergrond corrigeren. Stel nu de flitskracht in door het te meten met een lichtmeter of gewoon uitproberen. Nadat je tevreden bent over je proef opname kan het echte shooten beginnen. Je kunt zorgvuldig aanwijzingen geven om zo je perfectie pose te krijgen. Maar je kunt ook zeggen tegen een wat meer ervaren model :”zodra je de piep van de flitser hoort neem je een andere pose aan”. Dan heb je veel verschillende foto’s en zoek je thuis de mooiste uit. Als je de afstand tussen model en lamp veranderd moet je de flitskracht steeds aanpassen. Als je afwisselende foto’s wilt zonder steeds het model en dus de lamp te verplaatsen ga je zelf bewegen. Ga dichterbij of ga verder weg draai om het model heen, zo krijg je een afwisselnde reeks met soms onverwacht mooi opname’s. Wil je langer door blijven fotograferen als het wat donkerder wordt verleng dan je sluitertijd maar wordt je sluitertijd te langzaam om uit de hand te fotograferen gebruik dan een statief
Deze instructie wordt je aangeboden door Geurt van Dijk