Slimme objecten
Slimme objecten;
Wanneer je een afbeelding in Photoshop schaalt of draait gaat er altijd
veel beeldkwaliteit verloren.
Photoshop werkt met pixels(beeldpunten) waarin gegevens zijn opgeslagen.
Werken met pixels is destructief. Verklein je een foto, dan gaan er pixels
verloren. Wil je de foto later weer vergroten, dan gaat de kwaliteit sterk
achteruit. Daarom is in Photoshop het Slim Object gemaakt.
Een slim object verwijst naar het oorspronkelijke bestand, gebruikt deze als uitgangspunt, om altijd de meest optimale situatie te houden.
Een slim object verwijst naar het oorspronkelijke bestand, waarin de broninhoud en alle oorspronkelijke kenmerken behouden blijven. Hierdoor kun je niet-destructieve bewerkingen uitvoeren op de laag en transformaties uitvoeren zonder de oorspronkelijke gegevens te wijzigen. Je kunt de laag schalen, roteren, schuintrekken, vervormen, verdraaien of het perspectief van een laag transformeren zonder verlies van oorspronkelijke afbeeldingsgegevens of kwaliteit. De transformaties hebben in een slim object geen invloed op de oorspronkelijke gegevens.
Wanneer je nu de afbeelding, na deze te hebben verkleint, weer vergroot tot het oorspronkelijke formaat, blijft de beeldkwaliteit optimaal.
Hoe maak ik een slim object in Photoshop?
Dupliceer de originele laag,
klik met de rechtermuisknop
op de laag en kies: omzetten in
slim object/Convert to Smart Object
Wat kun je er wel en niet mee?
-
Je kunt de afbeelding verkleinen. Maar daarna ook weer vergroten. De pixels blijven behouden. Groter weer vergroten. De pixels blijven behouden. Groter maken dan het origineel geeft natuurlijk wel problemen, maken dan het origineel geeft natuurlijk wel problemen, het blijft een rasterbestand met pixels.
-
Je kunt de afbeelding roteren en vervormen. Bij eventueel terug vervormen en roteren heb je geen verlies in de beeldkwaliteit.
-
Je kunt laagstijlen, maskers en aanpassingslagen toepassen zoals bij gewone lagen.
-
Je kunt filters uit het menu Filter toepassen, en na goedkeuring en toepassing deze ook nog aanpassen of aan en uit zetten.
Je kunt in een Slim Object geen bewerkingen uitvoeren
waarbij pixelgegevens worden gewijzigd, zoals tekenen,
tegenhouden, doordrukken of klonen. Wil je bewerkingen
uitvoeren waarbij pixelgegevens worden gewijzigd, dan
moet je de laag omzetten in pixels. Je kunt de inhoud van
een slim object ook bewerken, in een nieuwe laag die je
kloont boven de laag met het slimme object.
Je ziet nu een icoontje bij het laagminiatuur(thumbnail) en bij transformeren een kruis
over het kader.